Zevenduizend namen noemen op 7 april
Op 7 april 2024 lezen verschillende mensen de namen van de 7000 Joden van Rotterdam en de Zuid-Hollandse eilanden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. Het voorlezen begint om 5 uur in de ochtend vanaf het Stadspodium op het Grotekerkplein. Het lezen gaat door tot net vóór de herdenkingsdienst die om 19:00 begint in de Laurenskerk.
In Rotterdam en op de Zuid-Hollandse eilanden leefden voor de oorlog ongeveer 13.000 Joden. In onze stad woonden Joden overwegend in de oude wijken in het Centrum en bij de Diergaardesingel. Doordat Joden, net zoals de overige Centrum-bewoners, door het bombardement van 14 mei 1940 getroffen werden, moesten ze elders onderkomen vinden. Deels in, deels buiten de stad.
In de eerste jaren van de oorlog kwamen er steeds meer maatregelen om Joden te marginaliseren en onzichtbaar te maken in de samenleving. Joden mochten niet meer werken voor niet-Joodse bedrijven. Kinderen moesten naar een speciale, Joodse school. Veel plaatsen waren voor Joden verboden. Ook het Rotterdamse stadsbestuur en ambtenarenapparaat werkte mee om deze maatregelen uit te voeren.
In 1942 ging de vervolging een volgende fase in. Vanaf 1 juli 1942 moesten Joden zich melden bij Loods 24 op de kop van Zuid. Van daaruit werden zij overgebracht naar Westerbork en vervolgens naar de vernietigingskampen. Degenen die zich niet meldden, werden meedogenloos vervolgd, veelal met hulp van het Rotterdamse politieapparaat dat een speciale afdeling van “jodenjagers” had. Kinderhuizen en ziekenhuizen werden overvallen en de bewoners weggevoerd. Hierbij werd onder meer de Hollandse SS ingezet.
Door de gevolgen van het bombardement en doordat administraties verloren zijn gegaan is het niet meer precies vast te stellen wat het aantal is van de Joden die vermoord zijn. Wel staat vast dat het overgrote deel van de Joden uit Rotterdam na de oorlog niet meer in leven was. De bijna 7000 namen die wij lezen zijn alle namen die bekend zijn. De overige kennen wij helaas niet.
Bron: Sjoa Beraad