Over goed en kwaad

6 september 2019
door Door Hezemans

Op 12 april 2020 zal het 75 jaar geleden zijn dat Dietrich Bonhoeffer op persoonlijk bevel van Hitler werd geëxecuteerd. Hij werd vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in het concentratiekamp Flossenbürg opgehangen vanwege zijn rol bij de mislukte aanslag op Hitler van juli 1944.

In de Bergsingelkerk wordt vanaf 5 januari tot en met 4 mei 2020 extra aandacht besteed aan deze beroemde Duitse theoloog die ook vandaag nog velen inspireert, zowel vanwege zijn persoonlijke moed als zijn visie op God, het christendom en de kerk.

Door Hezemans vertelt in deze blog kort haar persoonlijke visie op Bonhoeffer’s leven en werk.

Het eerste wat ik van hem las waren de brieven die hij schreef vanuit de gevangenis, waar hij opgesloten zat vanaf 5 april 1943 tot oktober 1944.  “Verzet en Overgave” is de titel van dit boek. Vanuit zijn cel kon hij brieven schrijven, deels smokkelen, aan zijn ouders en familie, later ook aan zijn meest vertrouwde vriend, Eberhard Bethge en zijn verloofde, Maria. Een indrukwekkend document, zowel over zijn denken, maar ook over hoe hij het in de gevangenis uithield, en over zijn nieuwe theologische ideeën. Zijn briefwisseling hierover met  Eberhard Bethge vormt – op één brief na aan Maria – het gepassioneerd slot van zijn brieven. Hierin schrijft hij onder andere dat hij een wereld ziet aankomen, waarin we moeten leven alsof God er niet is, omdat deze verder geseculariseerd zal worden. Hij gebruikt trouwens daarbij liever het woord ‘mondig’. Want hij ziet het als een positief proces dat mensen mondig worden. Ten aanzien van de kerken is hij zeer kritisch. Zij zijn vervreemd van hun roeping om de van God ontvangen gemeenschap in de wereld te zijn, waar Jezus de basis van is. Hij verwijt de kerken dat mede door hen het beeld van God en van Jezus Christus vertroebeld is geraakt. Maar waar het hem echt om gaat is, hoe in de door hem geschetste ontwikkeling Jezus Christus heer in de wereld kan zijn.

Nu moet ik bekennen dat deze voor Bonhoeffer essentiële woorden niet zomaar te bevatten zijn. Ik heb wel een vermoeden. Hij plaatst Jezus niet in de kerk, maar in de wereld. Daarvoor is Jezus mens geworden, om mensen in de wereld te verbinden met Gods licht, om aan hen leven te brengen in Gods liefde. Dáárvoor mensen samen brengen, daar is de kerk voor. Zo zegt hij dat. In mijn vermoeden spreekt  Bonhoeffer hier over de diepste bestaansbron voor ons, christenen, die in Jezus Christus is. Dit is wat hij al als 21 jarige in zijn proefschrift schreef. En nu, in de gevangenis, in een tijd waarin hij zijn dood ziet naderen, schrijft hij het nog steeds. En tegelijk anders dan toen. Hij zelf is met heel zijn hart Jezus gaan volgen. Als pacifist en navolger van Jezus heeft hij besloten om Hitler te willen doden. Als navolger van Jezus kon hij er in zijn afwegingen niet omheen om alléén te staan voor Gods gelaat en zo zijn eigen verantwoordelijkheid én de schuld daarvoor op zich nemen. Hier leefde hij zelf de kern van zijn ethiek. In de gevangenis kon hij zeggen dat een christen God altijd een beetje bij zich heeft. Wie God is? Door de jaren heen was hij vertrouwd geraakt met Hem die lijdt aan het lijden van de mensen en die zó met hen is. Nu gebruik ik weer woorden die om opheldering vragen, correctie misschien, zoals zoveel geloofstaal pas in contact met elkaar kan worden begrepen. Ik wil hier nazeggen wat Bonhoeffer al in 1930 zei dat hij wilde leren gelovig te worden. Voor hem is dit een levenslang proces geworden; ook voor mij. Precies dat is wat hem een belangrijke leraar voor mij maakt. Ik hoor wel eens “Show, don’t tell”. Bonhoeffer deed beide. Hier ligt mijn dankbare verbinding met hem.

Ik wens ieder die deelneemt de ervaring van leren geloven.

Door Hezemans