De aarde, onze zuster: een Werk van Barmhartigheid

31 maart 2021
door Door Hezemans

Heel veel jaren heb ik buitenstaander willen zijn, weg van het kerkelijk leven. Dat ligt achter me, gelukkig maar. Maar toch ontdekte ik later de rijkdom van de Joodse en de Christelijke traditie. Deze zijn voor mij een rijke schatkamer geworden waar ik dankbaar gebruik van maak.

De lijdensweek en de opstanding van Jezus zetten op scherp wat ik bedoel met een leerling van Jezus te zijn. Alle maskers vallen af. Hoever sta ik van Hem af, verlang ik echt naar Hem?  Naar het licht in zijn gelaat? In de radicaliteit van Jezus word ik getoetst op eerlijkheid. Christen zijn is een besluit, zei Dietrich Bonhoeffer in 1930. De kern van het christelijke leer vond hij in de Bergrede. Hij heeft deze geleefd, ervan getuigd in zijn werk, waarvan gelukkig veel is nagelaten. Onderdeel van de Bergrede zijn de werken van barmhartigheid. Hierin noemt Jezus concreet wat hij van ons verwacht namelijk dat wij het opnemen voor de verschoppelingen, de mensen zonder stem, die er niet toe doen voor de gevestigde orde. Het treft mij steeds meer hoe waar het is wat Jezus zegt: “Ik verzeker u: alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan”. In de lijdensweek wordt hij een van hen. Een gevangene, een naakte man, hij wordt vernederd en gemarteld, hij wordt vermoord. Meer dan zijn leven kan hij niet verliezen.

Traditioneel kennen wij zeven werken van barmhartigheid. Maar de huidige Paus van de katholieke kerk, Franciscus, heeft er in 2016 een achtste aan toegevoegd. Op zijn minst zijn hier twee opmerkingen over te maken. Hij drukt hierin zijn absolute overtuiging uit dat de aarde een verschoppeling geworden is in onze maatschappij. Ten tweede geeft hij hiermee de aarde een positie als schepsel van God, zoals wij, mensen dit ook zijn, onze zuster. De Paus benoemt de aarde als ons gemeenschappelijk huis, op een moment dat duidelijk is hoezeer wij, westerse mensen, deze aarde schenden en uitputten. Deze constatering heeft een tijd- en cultuur-overstijgend belang.  Voor mij is het de grote verrassing dat de Paus de aarde en de mens op één lijn stelt. Wat Franciscus hiermee heeft willen uitdrukken is de moeite waard om verder te onderzoeken.  Het ligt voor de hand om op zoek te gaan in zijn eerdere pauselijke boodschap uit 2015. Deze boodschap was de eerste encycliek van Paus Franciscus. Hierin presenteerde hij zijn visie op hoe de kerk als vertegenwoordiger van Jezus in de wereld moet staan en in het leven  van mensen aanwezig zou moeten zijn.  Hij noemde deze boodschap Laudato Si, “Wees geprezen mijn Heer”. Al in de eerste zinnen van de inleiding ervan noemt hij de diepste bron waaruit hij putte en waarin hij zich herkende, namelijk in Francisus van Assisi ( 1181-1226), naar wie hij als Paus genoemd wilde zijn:

“Wees geprezen, mijn Heer” , zong de Heilige Franciscus van Assisi. In dit mooie loflied herinnerde hij ons eraan dat ons gemeenschappelijk huis als het ware een zuster is met wie wij het bestaan delen, en als een mooie moeder die ons in haar armen neemt: “wees geprezen, mijn Heer, om onze zuster aarde, die ons voedt en leidt en verscheidene vruchten voortbrengt met kleurrijke bloemen en kruiden”. Deze Franciscus is voor de huidige Paus bij uitstek het voorbeeld van de zorg om wat zwak is.” In hem waren zorg voor de natuur, gerechtigheid jegens de armen, inzet in de samenleving en innerlijke vrede niet te scheiden”, zo schrijft hij.

In deze encycliek vinden we allereerst een analyse van wat er met ons huis aan het gebeuren is, zoals vervuiling, afval en wegwerpcultuur, verlies van biodiversiteit, de achteruitgang van de kwaliteit van het menselijk leven, het maatschappelijk verval, de zwakte van de reacties, de diversiteit aan meningen.

Ieder schepsel heeft zijn plaats in de harmonie van de schepping. Zo is het bedoeld.

Nu weer terug naar de lijdensweek, die tegelijk de opstanding voorbereidt en in zich draagt.

Wat betekent het voor mij als leerling van Jezus, meelevend in een christelijke geloofsgemeenschap, om de aarde als mijn zuster te zien? Een en dezelfde Schepper te hebben die zag dat het goed was?  De aarde die door egoïsme van mensen, zoals ik verwaarloosd is en uitgebuit? Wat ik me realiseer is dat ik, zeker in deze lentetijd, dankbaar geniet van al het leven van de aarde en op de aarde, dat weer zichtbaar wordt. Wel echter met een ‘maar’ van zorg, van een schuld die ik slechts ten dele aan persoonlijke verantwoordelijkheid kan verbinden, van een spijt “hoe lang nog” ; van verdriet om de insecten die weg zijn, de vlinders, de vogels. Met zorg om de toekomst van de generatie van de kinderen en nog meer de kleinkinderen, die blijft toenemen. Ik weet dat ik dit deel met velen. Laat ik mij in deze lijdensweek met hen in gedachten tot Jezus wenden, met mijn verlangen dat wij de aarde eren, als schepsel zoals ik, wij mensen dat zijn. Laat ik Hem vragen om Zijn hulp.


Door Hezemans studeerde sociologie en is gastlid van de Bergsingelkerk.