Kerkdienst

voorganger: Jan Prij

1e lezing
Gedicht n.a.v. psalm 111

Op de wijze van de wijze (Karel Eykman)
Ontzag voor de Heer is het begin van de wijsheid
Wie leeft naar zijn wet
getuigt van goed inzicht
Geen doorgroefd gelaat of grijze baard heeft de wijze
eerder zijn haar in de war
zijn bril scheef op de neus
met ogen die jou uit willen lachen.
Geen steevast standpunt of zeker weten heeft de wijze
Gekke gedachtesprongen maakt hij
en wat recht overeind staat
gooit hij maar wat graag omver.
Geen roestvrij geloof of rotsvaste overtuiging heeft de wijze
maar tegen beter weten in
zoekt hij een onbegaanbaar pad
van twijfel en verwondering.
De wijsheid is geen eigendom, gepacht door de wijze
Maar onder de indruk van God
ontleent hij aan hem zijn inzicht
dat hij van hem te leen kreeg
Vertrek dan van God om bij de wijsheid uit te komen.

2e Lezing
Lucas 17: 11-19

11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12 Toen Hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen Hem tien mensen tegemoet die door een huidziekte onrein waren; ze bleven op een afstand staan. 13 Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14 Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. 15 Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. 16 Hij viel neer aan Jezus’ voeten om Hem te danken. Het was een Samaritaan. 17 Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18 Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ 19 Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’